Robrecht vanden Thoren heeft een probleem. Een goede vriend en vriendin van hem werden verliefd op mekaar. Ze willen graag dat hij getuige wordt op hun trouwfeest. En natuurlijk willen ze ook dat hij speecht.
Robrecht weet wat van hem en zijn toespraak verwacht wordt. Romantiek, gevoeligheid, waarachtigheid. Maar na een akelige ervaring in de liefde heeft hij voor zichzelf gezworen dat hij alleen nog maar eerlijk en recht uit zijn hart mag spreken. En hij twijfelt. Aan de twee geliefden en hun motieven. En hij twijfelt aan de liefde zelf. Wordt er van het hele fenomeen niet veel te veel verwacht? En dan twijfelt hij ook nog aan zichzelf. Is zijn eigen eerlijkheid wel te vertrouwen, of hebben zijn woede en verdriet die gekaapt?
Morgen is het zover. Vanavond wil hij, in uw bijzijn, oefenen wat hij tijdens de bruiloft gaat zeggen. Maar voorlopig staat er alleen nog maar op papier dat ze vooral níet moeten trouwen.
Maar ja. Dat is ook wat.